Belasting

Vennootschapsbelasting

Bent u eigenaar van bijvoorbeeld een bv of nv? Dan moet u voor uw bedrijf aangifte vennootschapsbelasting doen. Ook stichtingen en verenigingen moeten soms aangifte vennootschapsbelasting doen. Uw bedrijf of organisatie betaalt vennootschapsbelasting over het belastbare bedrag. Dit is de belastbare winst in een bepaald jaar, verminderd met de aftrekbare verliezen.

De vennootschapsbelasting is een belasting over de winst. De Belastingdienst onderscheidt voor belasting over winst lichamen en natuurlijke personen. Lichamen (zoals bedrijven en organisaties) moeten aangifte vennootschapsbelasting doen. Natuurlijke personen (zoals eenmanszaken) betalen belasting over de winst via de inkomstenbelasting.

De meest voorkomende lichamen zijn:
  • de naamloze vennootschap (nv)
  • de besloten vennootschap (bv)

Andere lichamen, zoals verenigingen, stichtingen en vergelijkbare organisaties, moeten alleen in bepaalde situaties aangifte vennootschapsbelasting doen.

Belastbaar bedrag
De vennootschapsbelasting wordt berekend over het belastbare bedrag in een boekjaar. Het belastbare bedrag is de winst min de verrekenbare verliezen.

Bij het vaststellen van de winst en het belastbare bedrag zijn veel regelingen van toepassing die ook gelden voor ondernemers in de inkomstenbelasting. Voorbeelden hiervan zijn de investeringsaftrek, enkele fiscale reserves. Ook bij de afschrijvingen op bedrijfsmiddelen gelden dezelfde regels als in de inkomstenbelasting.

Sommige fiscale regelingen zijn specifiek voor de ondernemer in de inkomstenbelasting, zoals de zelfstandigenaftrek en de meewerkaftrek. Deze regelingen gelden niet binnen de vennootschapsbelasting.

Daarnaast zijn er specifieke regelingen voor de vennootschapsbelasting, zoals de deelnemingsvrijstelling en de fiscale eenheid.

Boekjaar
De vennootschapsbelasting is een belasting over de winst in een boekjaar. Vaak is dat boekjaar gelijk aan het kalenderjaar. Maar een gebroken boekjaar (bijvoorbeeld van mei t/m april) is ook toegestaan. Het boekjaar voor de aangifte vennootschapsbelasting moet gelijk zijn aan het boekjaar in de statuten van de vennootschap.

Een boekjaar is in het algemeen een periode van 12 maanden. Het eerste boekjaar van een net opgerichte vennootschap kan langer of korter zijn. Ook het laatste boekjaar (bij liquidatie van de vennootschap) kan een afwijkende periode beslaan. En als een vennootschap besluit het statutaire boekjaar te wijzigen, kan het 'tussenjaar' ook langer of korter zijn.